donderdag 20 december 2007

Huiselijk geweld en de linkerwang toekeren

Eerder schreef ik over huiselijk geweld.

Er zijn mensen die vinden dat een vrouw die in een situatie zit van huiselijk geweld haar echtgenoot niet mag verlaten. Laatst hoorde ik dat iemand daarbij een beroep deed op Matteüs 5:39:
En ik zeg jullie je niet te verzetten tegen wie kwaad doet, maar wie je op de rechterwang slaat, ook de linkerwang toe te keren.
Maar wordt hier echt bedoeld dat je je zomaar moet laten slaan?

Ten eerste weten we van Jezus dat hij juist opkwam voor de verdrukten en dat Hij zich verzette tegen onrecht.
Ten tweede: een klap op de rechterwang is een klap met de achterkant van de rechterhand. In de tijd van Jezus was dit een belediging, een vernedering. Zo werd een slaaf geslagen. Deze klap heeft een sterke boodschap van ongelijkheid in zich. "Jij bent inferieur."

De andere wang toekeren betekent dan: Je sloeg me verkeerd. Ik weiger me door jou te laten vernederen. Als je me dan toch per sé wilt slaan, sla me dan als een gelijke. Dus met de (binnenkant van de) linkerhand!
De weg van Jezus is een weg van militante geweldloosheid, van geweldloos verzet.

Wat betekent dit voor iemand in een situatie van huiselijk geweld?
Volgens mij een zou verantwoorde toepassing kunnen zijn: Verlaat de mishandelaar en maak hiermee duidelijk dat, tenzij hij je behandelt als een gelijke, tenzij hij respect toont, je niet meer terug zal komen. (Natuurlijk betekent dit dat het geweld niet meer voor mag komen.)

Tot slot wil ik opmerken dat ook situaties van verbale of psychische mishandeling onacceptabel zijn.

maandag 10 december 2007

Greg Boyd over het huwelijk

Op zijn weblog (Random Reflections) schrijft Greg Boyd over het huwelijk. Hierbij een vertaling van een fragment uit dit artikel:
In zijn betoog over instructies aan mannen en vrouwen herinnert de apostel Paulus hen eraan dat alle volgelingen van Jezus zich aan elkaar moeten onderwerpen, ongeacht sociale status, geslacht of ras. Dus echtgenoten moeten elkaar onderdanig zijn (Efeziërs 5:21).

Terwijl huwelijken die onder "de vloek" zijn gekarakterizeerd dreigen te worden door machtsspelletjes waarbij de partners erlkaar proberen te overheersen en te controleren (Genesis 3:15), moeten huwelijken van "het Koninkrijk" gekenmerkt worden door het tegenovergestelde te doen. Mannen en vrouwen moeten zich aan elkaar onderwerpen. Een huwelijk kan het Koninkrijk van God inzoverre reflecteren als mannen en vrouwen christen (christus-gelijkvormig) zijn voor elkaar.

donderdag 8 november 2007

De geschiedenis van het evangelisch feminisme

Eergisteren verwees ik naar een artikel van ds. Marianne Suurmond-Vonkeman over de positie van vrouwen in de pinksterbeweging.

Vandaag heeft zij nog een artikel op haar website geplaatst over de geschiedenis van het evangelisch feminisme. Het artikel heeft zij samen met haar man geschreven en verscheen in januari 1989 in Mara, tijdschrift voor feminisme en theologie.

Enkele citaten:
In het algemeen is men het erover eens dat de feministische beweging terug gaat op het 18e eeuwse humanisme en de industriële revolutie. Minder bekend is dat het feminisme daarnaast ook geworteld is in de evangelische opwekkingsbewegingen van de 18e en 19e eeuw.
[...]
De predikant Anna H. Shaw, leidster van de National American Woman Suffrage Association, bereidde de campagne voor die in 1920 zou leiden tot het kiesrecht voor vrouwen. Toen de betreffende wet door het Huis van Afgevaardigden werd aangenomen, barstten de vrouwen op het balkon uit in een spontane lofprijzing.
Na de overwinning in 1920 kwam echter de grote ornkeer. Geconfronteerd met oorlogen, economische depressie en de moderne bijbelkritiek, vluchtten de evangelischen in een wereldvijandig fundamentalisme.
[...]
Samenvattend komt de bijdrage van het evangelisch feminisme neer op een dubbel appèl: op het radicale feminisme om canon en Kerk niet los te laten; op de kerken voor bekering tot de radicale werkelijkheid van Galaten 3 : 28: ‘het doet er niet meer toe of u (. . . ) man of vrouw bent, want samen bent u één in Christus’.

dinsdag 6 november 2007

Bekeringsmotief moslims onderzocht

Het Nederlands Dagblad schrijft in het bericht Bekeringsmotief moslims onderzocht (3 november 2007):
De levenswijze van christenen heeft de grootste invloed op de keuze van moslims om zich tot het christendom te bekeren. Dat is de conclusie uit een onderzoek over de aantrekkingskracht onder moslims om Jezus te volgen.
Respondenten gaven aan dat de gelijkheid tussen mannen en vrouwen, het nederige gedrag van christelijke expats in moslimlanden en liefdevolle christelijke huwelijken, hen het meeste aantrok.

Al eerder schreef ik dat de praktische toepassing van een bijbels principe in onze tijd wel eens heel anders kan zijn dan in de eerste eeuw. Ongelijkheid tussen man en vrouw is in onze cultuur een struikelblok voor het evangelie. Maar ook op mensen uit culturen waar een gezagsrelatie tussen man en vrouw de norm is lijkt de bijbelse gelijkheid volgens bovengenoemd bericht een aantrekkingskracht te hebben.

De positie van vrouwen in de pinksterbeweging

Op de website van ds. Marianne Suurmond-Vonkeman heeft zij een artikel geplaatst over de geschiedenis van vrouwen in de pinksterbeweging in Nederland.

Hier volgt een citaat uit haar harde, maar rake conclusie:
Men kan dus stellen, dat bij het voortgaan van de pinksterbeweging de in de cultuur heersende man- en vrouwbeelden uiteindelijk bepalend zijn geworden. Dit geldt zowel voor de rol van de vrouw in gezin, kerk en maatschappij, als voor de uitleg van de Schrift. De belofte uit Joël, waarop men zich beroept, functioneert niet als een profetisch ‘tegenover’, dat de eigen beweging steeds weer kritiseert. De pinksterbeweging belijdt dat de Geest is gegeven aan de gemeente om nu reeds iets van het koninkrijk van God zichtbaar op aarde te maken. De radicale implicaties hiervan heeft zij echter nooit werkelijk aangedurfd. De ‘wereldse’ machts- en gezagsstructuren op grond van ras, klasse, of geslacht zijn niet onder profetische kritiek gesteld. Hoewel in aanleg begonnen als gemeenschappen gekenmerkt door een ‘discipelschap van gelijken’, waarin armen en rijken, blanken en zwarten, mannen en vrouwen gezamenlijk en persoonlijk verantwoordelijk waren voor elkaar, is de pinksterbeweging geworden tot een bourgeois instituut dat alle profetische daadkracht en engagement heeft verloren.
Het hele artikel wil ik van harte aanbevelen.

dinsdag 23 oktober 2007

Priester van het gezin

In het bericht Hoofd van het gezin schreef ik al dat de term priester van het gezin geen bijbelse basis heeft. Afgelopen zondag werd ik weer geconfronteerd met het idee dat de man de priester van het gezin is.

Een vriendin van mij schreef hierover:
We zouden af en toe allemaal als priesters moeten functioneren ten opzichte van elkaar. Priester zijn betekent dat je verbonden bent met God en dat andere mensen in contact met God komen door ons. Het heeft er niets mee te maken of je man of vrouw bent en het heeft alles te maken met God's genade.
Daar wil ik me van harte bij aansluiten. Zowel de gelovige man als de gelovige vrouw heeft in het gezin de verantwoordelijkheid om het geloof in praktijk te brengen.

In éénoudergezinnen of gezinnen waarvan één van de partners ongelovig is is het idee van de priester van het gezin al niet eens toepasbaar.

Feministen hebben het beter

Uit een nieuw onderzoek blijkt dat het hebben van een feministische partner in verband staat met het hebben van een gezonde en romantische relatie.
  • Vrouwelijke studenten met een mannelijke feministische partner blijken een stabielere relatie van hogere kwaliteit te hebben dan stellen met een niet-feministische partner.
  • Mannelijke feministische studenten met een feministische partner geven aan dat ze meer gelijkheid in hun relatie hebben.
  • Oudere vrouwen die hun mannelijke partner feministisch vinden geven aan een gezondere relatie te hebben en meer sexuele voldoening.
  • Oudere mannen met een feministische partner geven aan dat ze een stabielere relatie hebben en meer sexuele voldoening.
Enkele voorbeelden van de onderzoeksvragen zijn: Hoe vaak lachen jij en je partner samen? Hoe vaak ruzieën jij en je partner samen? Hoe vaak denken jullie erover na om de relatie te beëindigen?

Natuurlijk is het niet zo dat iedere egalitaire relatie stabiel is (zoals ik helaas zelf ervaren heb), maar gemiddeld is de feministische relatie volgens dit onderzoek dus beter. Het is altijd leuk om te horen dat praktijk en theorie overeenkomen.

dinsdag 2 oktober 2007

Het superieure ras, de superieure klasse, de superieure sexe

Vandaag een citaat.

In een bericht op Complegalitarian schrijft Paula Fether de volgende zin (eigen vertaling):
Wij christenen schijnen het idee van het superieure ras en van de superieure klasse achter ons gelaten te hebben, maar niet het idee van de superieure sexe.
Het hele bericht en de commentaren zijn zeer de moeite van het lezen waart!

zondag 23 september 2007

De goede vrouw

Vanochtend sprak Kees Goedhart in onze gemeente. In zijn preek zei hij, dat we de gelijkenis van de verloren zoon beter de gelijkenis van de Goede Vader kunnen noemen. Dat deed me denken aan het volgende.

We vinden deze gelijkenis in Lucas 15. Ook vinden we hier de gelijkenis van de Goede Herder. Twee gelijkenissen die gaan over een goede God, die terugvindt wat verloren was.

We zeggen wel:

  • Jezus is de Goede Herder.
  • God is de Goede Vader.
Maar er is meer. Lucas 15 bevat namelijk drie gelijkenissen, die een sterke eenheid vormen. Ze gaan allemaal over iets dat verloren raakt en over een persoon die het verlorene terugvindt. De Nieuwe Bijbelvertaling zet deze gelijkenissen dan ook terecht bij elkaar in één pericoop (genaamd: De zorg voor wat verloren is.)

Tussen het verhaal van de Goede Herder en de Goede Vader staat een gelijkenis over een vrouw die haar hele huis ondersteboven keert om een verloren munt terug te vinden. De zorg van God voor het verlorene wordt hier dus (door Jezus) uitgebeeld in een verhaal over de zorg van een vrouw.

Als we ons rijtje compleet maken krijgen we dus:
  • God is de Goede Herder.
  • God is de Goede Vrouw.
  • God is de Goede Vader.
Natuurlijk is God geen vrouw. God is God. En om iets over God's karakter duidelijk te maken gebruikt Jezus hier beeldspraak; God is als een goede herder. Maar als wij hier in onze traditie van maken God is de Goede Herder, waarom dan niet God is de Goede Vrouw? Het is niets anders dan een logische stap in het bovenstaande rijtje.

Bedenk dat het voor de tijdgenoten van Jezus behoorlijk revolutionair geweest moet zijn, dat Hij God met een goede vrouw vergeleek. Maar ook wij kijken er waarschijnlijk vreemd van op.

Maakt onze eigen christelijke cultuur en traditie ons soms blind voor het vrouwelijke in de Bijbel?

zaterdag 22 september 2007

Vrouwelijke leiders in vroegchristelijke kerk?

In de Ellips van augustus 2007 (jaargang 32 nr. 277) stond een artikel van Pieter L. Lalleman, genaamd: Een vroegchristelijke kerkzaal in Megiddo.

In dit artikel beschrijft hij de vondst (eind 2005) van de resten van een christelijke kerk in Megiddo (Israël). Hij beschrijft dat de derde eeuw een aannemelijke datering voor deze kerk kan zijn. Daarmee is dit één van de oudst bewaarde kerken ter wereld!

In deze kerk zijn een aantal inscripties gevonden. Lalleman schrijft:
De tweede inscriptie vormt een herinnering aan vier met name genoemde vrouwen over wie we verder niets weten, Primilla, Cyiaca, Dorothea en Chreste. Hoogstwaarschijnlijk gaat het om vrouwen uit de plaatselijke kerk, mogelijk om leidinggevende personen. Sommige geleerden denken aan martelaressen, maar dat past niet bij de situering van de kerkzaal in een kazerne en openlijke ondersteuning van een centurio. Geen van de vrouwen heeft een Joodse naam, maar aangezien veel Joden Griekse en Latijnse namen droegen, zegt dat niet zoveel.
En in zijn conclusie:
Om verschillende redenen is de vondst van deze oude kerkzaal niet alleen interessant voor archeologen, maar ook voor de geschiedenis van het christendom.
[...]
ten tweede de mogelijke leidinggevende rol van vrouwen.
Dit kan erop wijzen dat het verbod op vrouwen met leidinggevende taken in de vroege kerk niet algemeen gangbaar was.

zaterdag 7 juli 2007

Gelijkheid of gelijkheid?

In een reactie op Vragen over gelijkheid, schrijft David:
Mannen en vrouwen zijn niet gelijk. Ze zijn gelijkwaardig, maar absoluut niet gelijk.
Vervolgens geeft hij een voorbeeld van hiërarchie tussen verschillende taken binnen een bedrijf.
Dat mannen en vrouwen verschillend zijn, was mij eerlijk gezegd ook al opgevallen. :-)
Het Engels kent twee woorden voor gelijkheid. Sameness en equality.
Sameness - gelijkheid, overeenkomst, eentonigheid, monotonie
Equality - gelijkheid, overeenkomst
vergelijk Equally - gelijkelijk, eerlijk, evenzeer, even, in dezelfde mate, gelijkmatig
(bron: van Dale Handwoordenboek Engels - Nederlands)
Mannen en vrouwen zijn niet hetzelfde (sameness.) Ze zien er anders uit. Ze gebruiken dan wel ongeveer evenveel woorden, maar gemiddeld praten ze misschien toch op een andere manier. Wellicht is het mannelijk perspectief op een zaak iets anders dan het vrouwelijk perspectief (anders, niet beter of slechter!)

Mannen en vrouwen zijn echter wel gelijk (equality). Sommigen gebruiken wellicht liever het woord gelijkwaardig. Prima, mits we daarmee bedoelen: gelijke kansen om hun mogelijkheden te ontplooien.
Een voorbeeld maakt veel duidelijk. Als we zeggen: iemand die geen leidinggevende capaciteiten heeft mag in ons bedrijf geen directeur worden, dan is dat logisch. Als we zeggen: iemand met rood haar mag in ons bedrijf geen directeur worden, dan is er spraken van ongelijkheid.

Ik ben er geen voorstanden van dat mannen en vrouwen hetzelfde worden. (Ik ben er trouwen ook geen voorstander van dat alle mannen op elkaar gaan lijken...) Ik ben er wel voorstander van dat mannen en vrouwen gelijke kansen krijgen en gelijk behandeld worden.

Deze laatste vorm van gelijkheid (equality) wordt in het bericht Vragen over gelijkheid getoets.

vrijdag 6 juli 2007

Vragen over gelijkheid

Op The CBE Scroll, het weblog van Christians for Biblical Equality, staat een bericht met enkele vragen over gelijkheid. Dit bericht is hierop gebaseerd.

Complementaristen zeggen dat ze geloven dat mannen en vrouwen gelijk zijn. Hoe zit dat?
  1. Als zij geloven dat mannen (per definitie) gezag over vrouwen hebben, zijn vrouwen dan gelijk? Nee, als mannen meer autoriteit hebben dan vrouwen is dat geen gelijkheid.
  2. Als mannen in het huwelijk het laatste woord hebben bij (belangrijke) beslissingen, zijn vrouwen dan gelijk? Nee, de mening van de man is belangrijker; dit is geen gelijkheid.
  3. Als de man de geestelijke leider is van zijn vrouw, zijn vrouwen dan gelijk? Een geestelijk leider wordt verondersteld geestelijk sterker te staan dan anderen. Als verondersteld wordt dat mannen automatisch geestelijk superieur zijn aan vrouwen, dan is dit geen gelijkheid.
  4. Sommige complementaristen leggen meer nadruk op de onderdanigheid van vrouwen dan op het liefhebben van de mannen (in het huwelijk). Als het dienen door mannen minder belangrijk is dan het dienen door vrouwen, zijn vrouwen dan gelijk? Nee.
  5. Als God rechtstreeks tot mannen spreekt en slechts indirect tot vrouwen (namelijk via mannen), zijn vrouwen dan gelijk? Nee.
  6. Als mannen zeggenschap hebben over de richting, het beleid en het onderwijs van een gemeente en vrouwen niet, zijn vrouwen dan gelijk? Nee. Als de mannen het beleid bepalen is er geen sprake van gelijkheid.
  7. Als mannen al hun geestelijke gaven op elke plek in de gemeente mogen inzetten, maar vrouwen worden hierin beperkingen opgelegd, zijn vrouwen dan gelijk? Nee. Er is dan geen gelijkheid.
  8. Een complementaristische schrijver zegt dat vrouwen zich van nature onderwerpen aan mannen en hen ondersteunen. Als dit van vrouwen wordt verwacht, maar als niet wordt verwacht dat mannen zich ook zo opstellen ten opzichte van vrouwen, zijn vrouwen dan gelijk? Nee.

In de complementaristische literatuur wordt herhaaldelijk beweerd dat mannen en vrouwen gelijk zijn. Als ze dat echt geloven, wat bedoelen ze er dan mee?

Kletskousen of kletskoek

In een reactie op het bericht Geestelijke volwassenheid schreef David:
Vrouwen zijn vrouwen, en als die iets goed kunnen, is het wel kletsen. Dat zijn ze nu, dat waren ze toen ook al. En dat is niet erg, dat is juist gezellig. Maar dat kan wel de orde van dienst behoorlijk storen.
In mijn reaktie hierop schreef ik al dat dit in mijn persoonlijk ervaring lang niet altijd waar is.

Een onderzoeksteam onder leiding van Matthias Mehl deed onderzoek naar het praten over emotionele onderwerpen. Daarvoor hadden 396 studenten in de VS en Mexico met een microfoontje om gelopen. Het team vond in diverse publicaties dat vrouwen gemiddeld twintigduizend woorden per dag gebruiken en mannen maar zevenduidend. Ze konden echter nergens vinden waar deze getallen op gebaseerd zijn. (Ze vonden wel een onderzoek over praten op het werk, waaruit bleek dat mannen meer praten dan vrouwen...)

Maar de gegevens van hun eigen onderzoek konden wel gebruikt worden om het woordgebruik van mannen en vrouwen te onderzoeken.
En wat bleek? Vrouwen gebruiken gemiddeld 16215 woorden per dag en mannen gemiddeld 15669. Het verschil, 546 woorden, is volgens de onderzoekers statistisch niet van belang.

Dat vrouwen kletskousen zijn is dus kletskoek.

zaterdag 30 juni 2007

Geestelijke volwasseneheid

In het Nieuwe Testament worden we regelmatig gestimuleerd tot geloofsgroei en geestelijke volwassenheid.
Hierover valt nog veel te zeggen, maar het is moeilijk aan u uit te leggen, omdat u traag van begrip bent geworden. Werkelijk, u had toch inmiddels allemaal leraar moeten zijn! In plaats daarvan hebt u er zelf een nodig om u opnieuw de grondslagen van het woord van God bij te brengen; het is met u zo ver gekomen dat u weer aangewezen bent op melk in plaats van op vast voedsel. Wie melk drinkt is nog een klein kind en heeft geen weet van de draagwijdte van de verkondigde gerechtigheid. Vast voedsel is voor volwassenen; hun zintuigen zijn door ervaring geoefend en zij zijn in staat onderscheid te maken tussen goed en kwaad. (Hebreeën 11:11-14 NBV)
Volwassenheid houdt in dat we verantwoordelijkheid kunnen dragen. We moeten in staat zijn onderscheid te maken tussen goed en kwaad. We moeten verstandige beslissingen kunnen nemen. Opvallend is zelfs dat de Hebreeeënschrijver hier schrijft dat ze inmiddels allemaal leraar hadden moeten zijn.
Nog nooit heb ik iemand horen beweren dat geestelijke volwassenheid alleen voor mannen is. Het geven van onderricht behoort volgens bovenstaand gedeelte bij geestelijke volwassenheid. De gedachte dat vrouwen onder mannelijk gezag (verantwoordelijkheid) moeten staan of niet mogen onderwijzen is dus bijbels gezien een vreemd standpunt.
Broeders en zusters, wees in uw denken niet als kinderen. Wees kinderen in het kwaad, maar wees in uw denken volwassen. (1 Korintiërs 14:20)
Ook hier wordt iedereen opgeroepen tot volwassenheid. Opvallend is dat deze tekst in hetzelfde gedeelte staat als één van de bekende 'zwijgteksten' (1 Korintiërs 14:34-35).

Het verbod voor vrouwen om te (s)preken, het verbod voor vrouwen om leiding te geven en het geestelijk leiderschap van de man in het gezin is allemaal in tegenspraak met de geestelijke volwassenheid waar de Bijbel ons allemaal (dus ook vrouwen) toe oproept!

zaterdag 12 mei 2007

De knieval voor de tijdgeest

Er wordt wel eens beweerd dat het evangelisch feminisme een knieval is voor onze eigentijdse cultuur. Met name het seculier feminisme, dat opkwam in de zestiger jaren van de vorige eeuw, wordt genoemd. Deze redenatie is mogelijk omdat de evangelische beweging zijn eigen geschiedenis niet kent. De evangelische beweging onderscheidde zicht in zijn begintijd juist door de participatie van vrouwen in de bediening.

Veel groepen die de openbare bediening van vrouwen ondersteunden, deden dat vanuit de overtuiging dat de Bijbel daar alle aanleiding toe geeft. Toen deze groepen zich echter druk gingen maken over de maatschappelijke fatsoensnormen, werden de vrouwen beknot in hun mogelijkheden.

Dr. Timothy Larsen schrijft in zijn boek Women, Ministry and the Gospel (eigen vertaling):
Wanneer evangelischen (gedurende hun geschiedenis) meer aandacht gaven aan de Bijbel en het evangelie dan aan gerespecteerd worden door de maatschappij, hebben hun overtuigingen er vaak toe geleid om vrouwen in openbare bedieningen te ondersteunen. Maar naarmate ze meer in beslag genomen werden door culturele fatsoensnormen, zijn de vrouwen steeds weer aan de kant gezet.
Natuurlijk zijn er altijd mensen geweest die (gebaseerd op hun begrip van de Bijbel) tegen vrouwen in bepaalde posities waren, maar vrouwen aan het front is altijd een kenmerk geweest van de evangelische beweging, zeker in de begintijd.

Het evangelisch feminisme was er dus al eerder dan het seculier feminisme. Het kan daarom geen aanpassing zijn van het evangelie aan de tijdgeest.

maandag 7 mei 2007

Het hoofd van de synagoge

Het Griekse woord voor hoofd is kephale. Ik heb het daar eerder over gehad, zie:
Hoofd van het gezin
De betekenis van hoofd
Hoofd in de Septuaginta
Hoofd in het Nieuwe Testament

Het Judaïsme uit de eerste eeuw kende de functie: hoofd van de synagoge. De Hebreeuwse titel is: rosh ha-keneset (hoofd van de samenkomst).
Als het Griekse kephale (hoofd) dezelfde figuurlijke betekenis kan hebben als het Hebreeuwse rosh (hoofd), dan zou je als Griekse vertaling van rosh ha-keneset een samenstelling van de woorden kephale en synagoge (samenkomst) verwachten. Maar als Griekse vertaling vinden we archisynagogos. Dit is samengesteld uit arche (leider) en synagogos (de vergadering.) Blijkbaar heeft kephale (hoofd) niet de metaforische betekenis van arche (leider), terwijl rosh wel deze figuurlijke betekenis heeft.

Het woord archisynagogos wordt gebruikt in Marcus 5:21-43 (enkele malen), in Lucas 8:49 en 13:14 en in Handelingen 13:15, 18:8 en 18:17.

zaterdag 5 mei 2007

Lydia

In Handelingen 16 lezen we hoe Paulus in de stad Filippi terecht kwam.
Op sabbat gingen we de stadspoort uit in de richting van de rivier, want we vermoedden dat daar een gebedsplaats was. We gingen zitten en spraken de vrouwen toe die daar bijeen waren gekomen. Een van onze toehoorsters was een vrouw uit Tyatira die in purperstoffen handelde; ze heette Lydia en vereerde God. De Heer opende haar hart voor de woorden van Paulus. Nadat zij en haar huisgenoten waren gedoopt, nodigde ze ons uit met de woorden: ‘Als u ervan overtuigd bent dat ik in de Heer geloof, neem dan bij mij uw intrek.’ Ze drong er bij ons sterk op aan. (Handelingen 16:13-15 NBV)
In het vervolg van het hoofdstuk beleeft Paulus een heel avontuur, waarbij hij en Silas tenslotte zelfs in de gevangenis terecht kwamen. Vervolgens lezen we nog in vers 40:
Paulus en Silas verlieten de gevangenis en gingen naar het huis van Lydia, waar ze de gelovigen aantroffen. Na hen bemoedigend te hebben toegesproken, vertrokken ze.
Lydia was een welgestelde vrouw. In de Studiebijbel lezen we:
Handelaars in purperen stoffen moesten, vanwege de hoge kostprijs ervan, grote investeringen kunnen doen, zodat het beroep doorgaans alleen door welgestelde mensen uitgeoefend kon worden. (Woordstudie 3673 uit Studiebijbel NT deel 14)
Waarschijnlijk was Lydia weduwe. Duidelijk is, dat zij de huiseigenaar was van het huis waar de gemeente samenkwam.
Het is belangrijk om te beseffen dat de Romeinen geen vrijheid van vergadering kenden. Samenkomsten waren alleen toegestaan in verenigingsverband, waarvan er vier types waren: het huishouden, beroepsmatig, religieus (alleen voor goedgekeurde religies) en voor begrafenissen. Waarschijnlijk zijn de eerste christelijke gemeenschappen begonnen als huisverenigingen (huisgemeentes), met name nadat christenen niet meer welkom waren in de synagoges. Volgens de wet was de huiseigenaar de leider van de huisvereniging.
In vers 12 lezen we dat Filippi volgens Romeins recht wordt bestuurd. Het is dus duidelijk dat Lydia de leidinggevende is van de gemeente te Filippi.

Avondmaal

Twee mannen kwamen elkaar tegen in de supermarkt. De ene man had bepaalde geruchten gehoord over de kerk van de ander en wilde nagaan of ze klopten.
"Is het waar dat het avondmaal bij jullie afgelopen zondag door een vrouw bediend is?"
Waarop de ander zei: "Ik kan me niet zo goed herinneren door wie het bediend werd. Ik weet nog wel dat ik er erg door gezegend ben."

(Gebaseerd op de laatste paragraaf van deze pagina (engelstalig).)

Onderwijs in Titus 2

In Titus 2 geeft Paulus enkele onderwijsinstructies aan Titus:

Maar jij moet verkondigen wat overeenkomt met de heilzame leer. (Titus 2:1 NBV)
Er worden aanwijzingen gegeven voor vier groepen.

Oudere mannen

Oudere mannen moeten sober, waardig en bezonnen zijn, en gezond in het geloof, de liefde en de volharding. (Titus 2:2 NBV)
Oudere vrouwen

Ook oudere vrouwen moeten zich ingetogen gedragen, ze mogen niet kwaadspreken of verslaafd zijn aan wijn. Ze moeten goede raad weten te geven, (Titus 2:3 NBV)
Jonge vrouwen

en de jonge vrouwen voorhouden dat ze hun man en kinderen moeten liefhebben, dat ze ingetogen, kuis, zorgzaam in het huishouden en vriendelijk moeten zijn, en dat ze het gezag van hun man moeten erkennen. Dan wordt het woord van God in ere gehouden. (Titus 2:4-5 NBV)
Jonge mannen

Roep ook jonge mannen op in alles ingetogen te zijn.
We vinden hier ook vier leraar-leerling relaties:

  1. Titus - oudere mannen
  2. Titus - oudere vrouwen
  3. Oudere vrouwen - jonge vrouwen
  4. Titus - jonge mannen
In dit schema valt op dat Titus aan alle groepen onderwijs geeft, behalve aan de jonge vrouwen.
Het was in die tijd niet denkbaar dat een man jonge vrouwen onderwijs gaf, vooral als het om ongetrouwde vrouwen ging. Titus zou aangezien worden voor een rokkenjager. Daarom wordt de instructie van jonge vrouwen overgelaten aan oudere vrouwen. Dan wordt het woord van God in ere gehouden (vers 5b).
Er is in deze tekst geen verbod te vinden voor vrouwen om mannen te onderwijzen. Wel geeft Paulus aanwijzingen om de voorkomen dat er schande van de kerk gesproken wordt.

Hoe kunnen we deze les uit dit tekstgedeelte toepassen in onze eigen tijd? Hoe kunnen we in onze tijd voorkomen dat er schande over de kerk gesproken wordt? Hoe kunnen we voorkomen dat het evangelie een slechte indruk maakt?
Ik denk dat we in onze tijd juist geen onderscheid moeten maken tussen mannen en vrouwen in onderwijssituaties. Juist als we gekwalificeerde vrouwen verbieden (in bepaalde situaties) te onderwijzen krijgt het evangelie een slechte naam.

zaterdag 31 maart 2007

De reden... lust?

Vervolg op: De reden
Vertaalde fragementen vanuit een discussie op Jesus Creed.

Jennifer schrijft:
Eén van de argumenten die ik gehoord heb waarom de vrouw geen onderwijs aan de man kan geven is, dat een man door haar sexualiteit verleid kan worden en haar zal begeren.
Dezelfde reden wordt gegeven voor de veronderstelling dat een man niet met een vrouw bevriend kan zijn (of niet samen met haar in een auto kan zitten, of alleen met haar op kantoor kan zijn.)
Deze hele redenatie maakt me erg verdrietig en boos. Heeft Jezus de lust-kwestie niet afdoende behandeld?
(Zie ook mijn artikel: Vriendschap met het andere geslacht)

Michael Kruse schrijft:
Ik heb dat argument ook gehoord, maar op de één of andere manier kan ik dat nergens vinden in mijn Bijbel. :-)
Jennifer schrijft:
Het lust-argument is zo ontmoedigend omdat het de vrouw de schuld geeft van de zonde van de man. Ik heb het niet over vrouwen die opzettelijk provoceren, maar over gewone vrouwen die proberen om er leuk uit te zien. Ik hoor dit steeds weer terugkomen (in kerken, vriendschappen, enz.) en vrouwen worden gestraft (door opgelegde beperkingen) voor de zonde van mannen.
Volgens mij was Jezus heel duidelijk, lust is de verantwoordelijkheid van de kijker, niet van de persoon die begeerd wordt.
En verderop schrijft ze:
Als een man een vrouw begeert die hem niet opzettelijk uitdaagt, dan is dat zijn probleem, niet het hare. Jezus zegt zo'n man dat hij zijn oog uit moet rukken, hij zegt niets over de vrouw die het lustobject is.

Al met al valt het nog niet mee om, als je ervan uitgaat dat vrouwen bepaalde beperkingen opgelegd worden in de kerk, daar een aannemelijke verklaring voor te geven. Terwijl er redenen genoeg zijn om aan te nemen dat er geen beperkingen zijn.

De reden...

In dit bericht wil ik een vertaling weergeven van enkele fragementen van een recente discussie op Jesus Creed.

Diane schrijft:
In mijn beleving geeft de Bijbel bepaalde verboden met een reden. Het gaat niet om blinde gehoorzaamheid aan "Gij zult niet..." De regels worden gegeven om te bevrijden, niet om te onderdrukken.
Als ik er werkelijk van overtuigd zou zijn dat het gevaarlijk is om vrouwen dezelfde taken te geven als mannen, dan zou ik wellicht het weren van vrouwen uit bepaalde geestelijke posities ondersteunen. Of als de Bijbel duidelijk zou zijn op dit punt (en niet zo vaag), dan zou ik er ook voor zijn. En als mannen mij ervan kunnen overtuigen dat het weren van vrouwen een offer voor hen is, dan zou ik meer neigen naar een complementaire uitleg van de Bijbel. Ik denk echter dat het juist een groter offer voor hen zou zijn om capabele vrouwen gezag te geven.
Jennifer schrijft:
Diane, ik ben het met je eens. Paulus had in zijn culturele context een goede reden om te zeggen wat hij zei. Maar die culturele redenen bestaan nu niet meer, net zoals de voorschriften met betrekking tot de hoofdbedekking die in onze tijd nergens op slaan.
(Zie ook mijn artikelen over 1 Kor. 11)

Michael Kruse schrijft:
Inderdaad! Man en vrouw zijn als gelijken geschapen naar God's beeld. Ze zijn geroepen om samen te heersen over de schepping. Er is geen hiërarchie of rangorde in de scheppingsverhalen. Er is ontologisch (in het zijn) geen verschil tussen man en vrouw. Maar als het gaat om teleologie (het einddoel) wordt er gezegd dat vrouwen geen onderwijs en geen leiding aan mannen mogen geven; daar zijn ze niet voor bedoeld.
Waarom niet? Wat is het einddoel dat God hiermee wil bereiken? Zijn vrouwen bedrieglijk en niet te vertrouwen? Hebben ze niet de intellectuele capaciteiten? Deze beide argumenten zijn in de kerkgeschiedenis gebruikt. Als dit niet de redenen zijn, wat dan wel?
En noem dan ook gelijk een ander theologisch gebied waar teleologie (het doel waarvoor iets is gemaakt) verschilt van ontologie (de wezenskern van iets).
Diane stelt een cruciale vraag.

woensdag 21 maart 2007

Schreef Priscilla de Hebreeënbrief?

Als wij iemand een brief (of een email) sturen, dan zetten we de afzender erin.
Dat was in de oudheid niet anders. Er zijn ongeveer 14000 brieven bekend vanuit de oudheid. Allemaal beginnen ze met een begroeting, waarin de schrijver zich bekend maakt... Behalve één; de brief aan de Hebreeën. Dat is een zeer opmerkelijk feit!

Een mogelijke verklaring voor dit verschijnsel is dat deze brief geschreven is door een vrouw. Om te voorkomen dat de brief niet geaccepteerd werd (in een cultuur waar vrouwen niet meetellen) is de begroeting bewust weggelaten of verwijderd.
In het boek Waarom gen vrouwen? (Cunningham/Hamilton) staat in eindnoot 25 van hoofdstuk 11 (blz. 339):
De anonimiteit is zo verbazingwekkend dat dit wordt beschouwd als één van de aanwijzingen die vrouwelijk auteurschap suggereert.
Er zijn in de loop van de kerkgeschiedenis verschillende kandidaten voorgesteld: Paulus, Clemens van Rome, Barnabas, Apollos en anderen. Tegen al deze kandidaten zijn tegenargumenten in te brengen. Maar tegen het auteurschap van Pricilla is eigenlijk niets in te brengen.

Tot slot een opsomming van enkele feiten:

  1. De Hebreeënschrijver heeft een sterke band met Rome (Hebr. 13:24). Priscilla voldoet hieraan (Handelingen 18:2).
  2. Priscilla heeft in Efeze gewerkt (Handelingen 18:18-19). Timoteüs werkte daar ook (1 Timoteüs 1:3). Efeze is een mogelijke bestemming van de Hebreeënbrief (zie ook Hebreeën 13:23.)
  3. Ze was een medewerker van Paulus (Romeinen 16:3). Sommige aspecten van de brief komen sterk overeen met Paulus' brieven.
  4. Priscilla was een leraar (Handelingen 18:24-26).
  5. In de opsomming van geloofshelden (Hebr. 11) komen ook vrouwen voor.
Het enige argument dat tegen Priscilla ingebracht kan worden is vrij zwak: Het kan geen vrouw geweest zijn...

Links:
http://www.godswordtowomen.org/studies/articles/hoppin.htm
http://www.cbeinternational.org/new/E-Journal/2006/06winter/06winterhoppin.html

zaterdag 24 februari 2007

De verlossende tendens en de ultieme ethiek

Vervolg op: De hermeneutiek van de verlossende tendens

Critici van de hermeneutiek van de verlossende tendens hebben het
bezwaar naar voren gebracht dat de methode van de verlossende tendens
een ultieme ethiek probeert te ontwikkelen die verder gaat dan de
ethiek die we in de Bijbel vinden. Dit is echter een misvatting van de methode.

We kunnen de Bijbelse voorschriften indelen volgens een meerlagenmodel. Iedere laag vertegenwoordigt dan een bepaalde graad van abstractie.















Heb uw naaste lief als uzelf.Matteüs 22:39

zeer abstract, context-onafhankelijk, ultieme ethiek

Onze enige verplichting was dat we de armen ondersteunden, en dat is ook precies waarvoor ik mij heb ingezet. Galaten 2:10minder abstract, meer concreet
Wanneer je de graanoogst binnenhaalt, oogst dan niet tot aan de rand van de akker en raap wat blijft liggen niet bijeen.Leviticus 19:9zeer concreet, context-afhankelijk, praktische toepassing


De laatste tekst is een voorschrift voor het volk Israël is een zeer specifieke (agraïsche) setting in een bepaalde tijd. Dit voorschrift is niet meer toepasbaar in onze tijd en cultuur. We moeten een stap omhoog op de ladder en komen uit bij de zorg voor de armen. Van daaruit kunnen we weer een stap omlaag om een concrete toepassing te zoeken, die in onze eigen tijd en cultuur past. (Bijvoorbeeld voedselbanken.)
Zorg voor de armen is weer specifieker (en concreter) dan je naaste liefhebben, want dat omvat veel meer dan alleen zorg voor de armen. Je naaste liefhebben is ook uit te werken in een meer concrete toepassing als er geen armen zijn.

De ultieme ethiek verandert dus niet en ontwikkelt zich niet. Maar bij de hermeneutiek van de verlossende tendens komt de praktische uitwerking wel steeds dichter bij de bedoelingen van de ultieme ethiek. Uiteindelijk wordt zelfs de maatschappij hervormd, zodat met b.v. komt tot afschaffing van slavernij.

donderdag 15 februari 2007

Peepshow is kunst?

De rechter is van mening dat een peepshow onder het bijzondere (lage) belastingtarief valt van 6%. Een peepshow heeft immers het karakter van een toneelvoorstelling. Kunst dus...

Ik ben zelf behoorlijk terughoudend om het woord kunst in de mond te nemen, maar sinds kort noemen anderen mij componist (zie mijn andere weblog en mijn uitgever voor details.) Kunst heeft iets te maken met creativiteit, iets voortbrengen wat er nog niet was.

Ga in gedachten even mee naar de Dordtse schouwburg Kunstmin, een monument, ingericht in neobarok stijl. We zetelen ons in het pluche om de toneelvoorstelling van deze avond te aanschouwen.

Na afloop (vreemd, er was geen applaus) rukt de schoonmaakploeg aan. De sigarettenpeuken worden bij elkaar geveegd en met chloor worden de vlekken van de vloer geboend. Was er trouwens wel een aanvang en een afloop? Het publiek kwam en ging, afhankelijk van hun entreebedrag...

Ergens klopt er iets niet. Peepshow... Toneel... Kunst? Het lijkt mij een truuk om onder de belasting uit te komen.

Een ander bezwaar is, dat de vrouw als koopwaar beschouwd wordt. Haar lichaam in de etalage, is dat kunst? En de man die in een klein hokje zijn lusten zit bot te vieren. Is dat kunst?

dinsdag 13 februari 2007

Onze Moeder in de hemel?

Vervolg op: Waarom is Jezus een man? en God is geen man

Het is algemeen bekend dat de Bijbel in mannelijke beelden over God spreekt. Jezus leert ons bijvoorbeeld te bidden: Onze Vader in de hemel (Matteüs 6:9 NBV.)

Minder bekend is, dat in de Bijbel ook vrouwelijke beeldspraak wordt gebruikt als het over God gaat:
Uit welke schoot wordt het ijs geboren, wie baart de rijp van de hemel (Job 38:29 NBV)

Zoals een moeder haar zoon troost, zo zal ik jullie troosten (Jesaja 66:13 NBV)

Sion zegt: ‘De HEER heeft mij verlaten, mijn Heer is mij vergeten.’ Maar kan een vrouw haar zuigeling vergeten of harteloos zijn tegen het kind dat zij droeg? Zelfs al zou zij het vergeten, ik vergeet jou nooit. (Jesaja 49:14-15 NBV)
En in Johannes 3 wordt gesproken over opnieuw geboren worden uit de Geest (zie Johannes 3:1-8.)

Sommige metaforen vergelijken God zelfs met een moeder. Kunnen we God dan ook aanspreken met Moeder?

Er zijn er mijns inziens een aantal redenen om dit niet te doen:
  1. In veel talen worden mannelijke vormen algemeen gebruikt. "Jongens, eten!" (Dit wordt zelfs geroepen als de groep uit louter meisjes bestaat.) Voor vrouwelijke vormen geldt dit niet. Moeder zou de indruk kunnen wekken dat God een geslacht heeft.
  2. De naam Moeder zou associaties kunnen wekken met godinnenaanbidding. Het neo-paganisme kent godinnen. De God van de Bijbel is totaal anders.
  3. Moeder komt in de Bijbel niet voor als naam van God. Als we Moeder gaan gebruiken als naam voor God, dan geven wij een naam aan God waarmee Hij zichzelf niet aan ons geopenbaard heeft.

zaterdag 10 februari 2007

Waarom is Jezus een man?

Vervolg op: God is geen man

Als God niet mannelijk is, waarom kwam Jezus dan als man op aarde? Heeft dit een diepere theologische betekenis?

In de inleiding van het evangelie van Johannes lezen we:
Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond (Johannes 1:14)

In 1 Johannes 4:2 staat:
De Geest van God herkent u hieraan: iedere geest die belijdt dat Jezus Christus als mens gekomen is, komt van God.
Verder lezen we in de Bijbel veelvuldig dat Jezus zichzelf de Mensenzoon noemt. De nadruk ligt erop dat Jezus mens werd om mensen te redden. (Zie b.v. ook Filipenzen 2:5-9)

Ook in de geloofsbelijdenissen lezen we over de menswording van Jezus.
Die voor ons mensen en omwille van ons heil uit de hemel is neergedaald. En het vlees heeft aangenomen door de heilige Geest uit de Maagd Maria: en mens is geworden (geloofsbelijdenis van Nicea)

Die om ons mensen, en om onze verlossing uit de hemel is neergedaald en vlees heeft aangenomen uit de Heilige Geest en de Maagd Maria en mens is geworden. (Apostolische geloofsbelijdenis)

Wij geloven, dat in de Persoon van Jezus Christus, de goddelijke en menselijke naturen verenigd zijn, zodat Hij waarachtig God en waarachtig mens is. (Leerstelling 4 van het Leger des Heils)
Artikel 18 van de Nederlandse geloofsbelijdenis gaat over de menswording van Gods Zoon.

Met andere woorden: het menszijn van Jezus heeft een belangrijke theologische betekenis, aan het feit dat Hij een mannelijk mens was wordt geen theologische waarde toegekend.

Nu was het in de cultuur van de eerste eeuw ondenkbaar dat een vrouw rondtrok als leraar (rabbi) die (ook) mannen onderwees. Ze zou niet serieus genomen zijn. Trouwens, mannen spraken in het openbaar niet met vrouwen. Daarom was het nodig dat Jezus als man naar de aarde kwam.

vrijdag 19 januari 2007

God is geen man

God is een man, een wijze oude man met een lange baard. Tenminste, dat is de populaire voorstelling die men van God heeft. Maar klopt dit wel?

In Numeri 23:19 (NBG) lezen we een merkwaardige tekst:
God is geen man, dat Hij liegen zou; of een mensenkind, dat Hij berouw zou hebben.
Deze tekst staat in de tweede orakelspreuk van Bileam. In het verhaal van Bileam (Numeri 22-24) wordt regelmatig gezegd dat Bileam alleen kon zeggen wat God hem in de mond legde. Dit blijkt niet alleen maar uit de woorden van Bileam zelf, maar ook de verteller heeft dit standpunt (zie b.v. Numeri 23:16.) We kunnen er dus vanuit gaan dat vers 19 een waarheid over God weergeeft.
Het woord dat in de NBG vertaling vertaald is met man (ish) heeft als betekenis mannelijk persoon, maar er zijn meer betekenissen mogelijk. Het woord kan ook de betekenis mens hebben, vooral als het wordt gebruikt in contrast met (een) God. Ook de parallel (een bekende vorm in de hebreeuwse poëzie) met mensenkind in hetzelfde vers is een aanwijzing dat hier de betekenis mens bedoeld wordt.
De Nieuwe Bijbelvertaling vertaald dan ook terecht:
God is geen mens, dat hij zijn woord zou breken of terug zou komen op zijn besluit.
Deze tekst kan dus niet aangevoerd worden om te beargumenteren dat God geen man is.

Hoewel...
Als God geen mens is, hoe kan Hij dan een man zijn? In Johannes 4:24 lezen we dat Jezus zegt: "God is Geest". En misschien moeten we ons ook Deuteronomium 4:15-18 ter harte nemen; we moeten ons geen beeld van God vormen als man of vrouw.

Als God letterlijk mannelijk (van geslacht) zou zijn, dan moeten we tot de conclusie komen dat mannen meer beeld van God zijn dan vrouwen. Genesis 1:27 maakt ons echter duidelijk dat de mens, man en vrouw, het beeld van God is.

woensdag 3 januari 2007

Prekende vrouwen, een reactie

In een reactie op Prekende vrouwen schrijft iemand:
Graag wil ik even reageren op de volgende zin:
"Houdt Paulus echt een hele verhandeling over het bedekken van het hoofd tijdens het spreken, om aan het eind te zeggen dat vrouwen eigenlijk helemaal niet mogen spreken?"

Volgens mij staat er nergens dat het om het bidden en spreken in de gemeente gaat. Ik denk dat het om het bidden en spreken in het algemeen gaat; thuis dus. Dit zegt dus helemaal niet dat de vrouw mag spreken in de gemeente.
Naar mijn mening gaat het in deze perikoop (1 Korintiërs 11:2-16) wel degelijk over bidden en spreken in de gemeente.
  1. In de eerste eeuw kwam de gemeente samen in huizen. We hebben het dan dus over een thuissituatie, waarbij medegelovigen aanwezig zijn. Het onderscheid tussen in de gemeente profeteren of thuis profeteren is dus kunstmatig, het is een verschijnsel van onze culturele setting.
  2. In hoofdstuk 14 staat profeteren duidelijk in de context van de samenkomst (zie b.v. vers 14.) Het is onwaarschijnlijk dat Paulus in dit gedeelte aan een privé-situatie denkt, profetie is immers tot mensen gericht (zie 1 Korintiërs 14:3.)
  3. De context die op deze perikoop volgt gaat overduidelijk over de samenkomst. Gezien in deze context hoort deze perikoop bij dit gedeelte (hoofdstuk 11 t/m 14.)
  4. Het laatste vers (16) gaat over gebruiken in de gemeente, niet over gebruiken thuis of in de maatschappij.
  5. Bijbelvertalingen en commentaren gaan ervan uit dat het hier om voorschriften voor de gemeente gaat.
    De Willibrordvertaling (herziene editie 1995) geeft als preicooptitel: Man en vrouw in de eredienst.
    Het Boek zet erboven: Regels tijdens de bijeenkomsten.
    De Studiebijbel schrijft in de inleiding op 1 Korintiërs (Deel 7B, blz. 5): De apostel richt zich vervolgens op zaken betreffende de eredienst [...] (11:2-14:40).