zondag 20 januari 2008

Izebel

Maar dit heb ik tegen u: u laat die Izebel, die zichzelf profetes noemt, haar gang gaan terwijl ze mijn dienaren met haar uitspraken tot ontucht en het eten van heidens offervlees verleidt. En hoewel ik haar de tijd heb gegeven om te breken met het leven dat ze leidt, weigert ze haar ontuchtig gedrag op te geven. (Openbaring 2:20-21)
Dit gedeelte komt uit het profetisch woord van Jezus aan de gemeente Tyatira. Een vrouw, die hier Izebel genoemd wordt, geeft onderwijs aan de gemeente. (In vers 20 wordt het Griekse woord didasko, onderwijzen gebruikt.) Een unieke kans om aan te geven dat zij dit onderwijzen op moet geven, omdat het fout is als een vrouw onderwijs geeft.

Maar dat gebeurt hier niet. Izebel wordt niet berispt omdat ze onderwijs geeft. Ze wordt berispt om de inhoud en de uitwerking van haar onderwijs. Dit was een unieke kans om aan te geven dat vrouwen nooit mogen onderwijzen, "kijk maar eens wat er van komt." Maar van een dergelijke wet vinden we hier niets terug.

Wat hier sterk wordt veroordeeld is immoreel gedrag en het aanzetten tot immoreel gedrag, niet het onderwijzen op zich. Er is niets op tegen als vrouwen goed en opbouwend onderwijs geven.

zondag 13 januari 2008

Waar zijn de vaders?

In Marcus 10 doet Jezus een merkwaardige uitspraak.
28 Petrus nam het woord en zei: ‘Maar wij hebben alles achtergelaten om u te volgen!’ 29 Jezus zei: ‘Ik verzeker jullie: iedereen die broers of zusters, moeder, vader of kinderen, huis of akkers heeft achtergelaten omwille van mij en het evangelie, 30 zal het honderdvoudige ontvangen: in deze tijd broers en zusters, moeders en kinderen, huizen en akkers, al zal dat gepaard gaan met vervolging, en in de tijd die komt het eeuwige leven. Vele eersten zullen de laatsten zijn en vele laatsten de eersten.’ (Marcus 10:28-31 NBV)
Als we goed kijken, zien we dat Jezus in vers 30 (in het tweede rijtje met familieleden) geen vaders noemt. Maakt Jezus hier een vergissing? Ziet Hij iets over het hoofd?

Bijbeluitleggers gaan ervan uit dat het hier niet om een vergissing gaat, maar dat Jezus bewust de vaders weglaat. We lezen vaker dat Jezus de vaderrol relativeert (zie Matteüs 23:9).
In Jezus' tijd had de vader een belangrijke rol. We hebben het dan over de paterfamilias, de heer des huizes. Jezus laat de vaders bewust weg, ze staan teveel voor patriarchale overheersing. Het Koninkrijk van God wordt echter gekenmerkt door broederschap, niet door machtsverhoudingen. Vele eersten zullen de laatsten zijn!
Jezus heeft het hier niet over onze hemelse toekomst. Hij noemt specifiek: in deze tijd! In deze tijd zouden onze gezinsrelaties dus niet gekenmerkt moeten worden door de man als priester van het gezin.