zondag 29 oktober 2006

Alle lastige kinderen het land uit, pardon?

Kinderen die op één kamer wonen met hun ouders. Onvoldoende geld hebben voor gezonde voeding. Van hot naar her verhuizen.

Kinderen van ontspoorde ouders? Nee! Kinderen van ouders die weggevlucht zijn, om een veilige plaats te zoeken voor hun gezin. In ons land!

Dat kan anders. Dat moet anders!

Zie: Plakken voor pardon.

vrijdag 27 oktober 2006

In dienst word je een man

"In dienst maken ze een man van je," werd er vroeger gezegd. Volgens mij was ik al een man toen ik in militaire dienst ging. Als ik het me goed herinner al vanaf m'n geboorte...

Mijn ervaring is dat dienst niet zo'n goede invloed heeft op onze mannen. Vooral voor wat betreft de beeldvorming van vrouwen. Die hangen daar namelijk als koopwaar aan de muren (nou ja, hun foto's dan.)
In bepaalde mannenwerelden zijn vrouwen 'dozen' (dingen waar ze iets in kunt stoppen) of 'mutsen' (gebruiksvoorwerpen om ergens overheen te schuiven.) De objectificatie van de vrouw noemen we dat. Vrouwen worden niet gezien als personen, maar als sexobjecten.
Een bepaalde periode van mijn diensttijd was ik gelegerd in een kazerne waar 's avonds over het lokale kabelnetwerk pornofilms gedraaid werden.

Afgelopen week heeft mevrouw Jorritsma, als voorzitter van de Taskforce Vrouwen, Veiligheid en Conflict het voorstel gedaan om prostituees mee te sturen op militaire missies. Lekker beeld schetst dit. Mannen zijn sexbeesten die zich niet kunnen beheersen, daarom moeten er maar wat vrouwobjecten meegestuurd worden, dan kunnen we het 'onvermijdelijke' wat richting geven. (Daar moet je dan de oorlog mee winnen...)

Nee! Zo willen we als Nederlanders toch niet met elkaar om gaan, hoop ik?
De Bijbel leert ons dat het anders kan. Jezus ging niet-sexuele relaties aan met hoeren. Paulus had vrouwen als naaste medewerkers. En de vrucht van de Geest is [...] zelfbeheersing. (Galaten 5:22-23, zie ook vers 19)

Tien redenen tegen de man in het ambt

Even wat humor tussendoor. (bron: Maggi Dawn)

  1. De plaats van de man is in het leger.
  2. De verplichtingen van het 'ambt' kunnen mannen met kinderen afleiden van hun verantwoordelijkheid als ouder.
  3. Lichaamsbouw geeft aan dat mannen meer geschikt zijn voor taken als het omhakken van bomen en het worstelen met bergleeuwen. Het is voor hen onnatuurlijk om andersoortig werk te doen.
  4. De man is eerder dan de vrouw geschapen. Dat maakt duidelijk dat de man een prototype is. Mannen vertegenwoordigen dus eerder een experiment, dan de uiteindelijke bekroning van de schepping.
  5. Mannen zijn te emotioneel om priesters of voorgangers te zijn. Dit wordt gemakkelijk aangetoond door hun gedrag bij voetbalwedstrijden.
  6. Sommige mannen zijn knap; zij zullen de vrouwelijke gemeenteleden te veel afleiden.
  7. Het ambt van herder houd in: zorgdragen voor de gemeente. Maar dat is traditioneel gezien geen mannelijke rol. Integendeel! Vrouwen werden al sinds vanouds gezien als beter toegerust voor verzorging dan mannen. En niet alleen dat, ze voelden zich er ook vaker toe aangetrokken. Dit maakt hen vanzelfsprekend het meest geschikt voor het ambt.
  8. Mannen zijn extreem gevoelig voor geweld. Echte mannen zullen een oneenigheid alleen maar willen beslechten door een gevecht. Zodoende zijn ze slechte rolmodellen en gevaarlijk onstabiel in leidinggevende posities.
  9. Mannen kunnen best betrokken zijn bij kerkelijke activiteiten, zelfs zonder ambt. Ze kunnen het pad aanvegen, het kerkdak repareren, en misschien zelfs de zang leiden op vaderdag. Door zichzelf te beperken tot dergelijke traditionele mannelijke rollen kunnen ze nog altijd van vitaal belang zijn in het kerkelijk leven.
  10. De persoon die Jezus verraadde in het nieuwtestamentische verslag, was een man. Zijn gebrek aan geloof en de daaruit voortvloeiende straf zijn daarom een symbool van de ondergeschikte positie die alle mannen zouden moeten innemen.
Het trieste feit is wel, dat dergelijke redenen serieus gebruikt worden tegen vrouwen in leidinggevende posities...

maandag 23 oktober 2006

Hoerenlopen is niet normaal

Op tussenpauze schrijft Karina Schaapman een artikel over prostitutie. Het is een vrij lang stuk, maar de moeite van het lezen waard.
Een citaat:
In Zweden, waar een even feministische lobby als in Nederland tot radicaal andere conclusies kwam, is de hoerenloper sowieso strafbaar. Daar domineert de visie dat in een samenleving waarin man en vrouw gelijk zijn, je geen vrouwen koopt. Het verbod op prostitutie heeft in Zweden een belangrijke signaalfunctie: hoerenlopen is daar niet ’normaal’.

zaterdag 21 oktober 2006

Marta en Maria (Lucas 10:38-42)

Toen ze verder trokken ging hij een dorp in, waar hij gastvrij werd ontvangen door een vrouw die Marta heette. Haar zuster, Maria, ging aan de voeten van de Heer zitten en luisterde naar zijn woorden. Maar Marta werd helemaal in beslag genomen door de zorg voor haar gasten. Ze ging naar Jezus toe en zei: ‘Heer, kan het u niet schelen dat mijn zuster mij al het werk alleen laat doen? Zeg tegen haar dat ze mij moet helpen.’ De Heer zei tegen haar: ‘Marta, Marta, je bent zo bezorgd en je maakt je veel te druk. Er is maar één ding noodzakelijk. Maria heeft het beste deel gekozen, en dat zal haar niet worden ontnomen.’ (Lucas 10:38-42 NBV)
Maria zat aan de voeten van rabbi Jezus. In Handelingen 22:3 komen we deze uitdrukking ook tegen. Paulus zeg hier:
Ik heb als leerling aan de voeten van Gamaliël gezeten.
Paulus vertelt hier over zijn opleiding onder de bekende rabbi Gamaliël. De Studiebijbel zegt hierover:
Tijdens het onderricht dat dikwijls in de zuilengangen van de tempel plaatsvond, zaten de leerlingen ‘aan de voeten’ van hun leermeesters op de grond. Alleen de ‘rabbi’ was op een stoel gezeten. Op deze manier werd ook het respect voor de leermeester tot uitdrukking gebracht.
In feite lezen we hier dus dat Maria een leerling was van Jezus. Wij zouden zeggen dat Maria theologiestudent was.
En daar zit 'm de pijn van Marta's opmerking! In de cultuur van die tijd was het not done dat een vrouw tussen de mannen ging zitten als theologiestudent. De plaats van de vrouw was in het huishouden. Ziet de Heer dat dan niet?

Nee, de Heer ziet dat heel anders. Dat denken over de plaats van de man (aan Jezus' voeten) en de plaats van de vrouw (aan het aanrecht) vinden we bij Hem niet terug. Maria heeft het beste deel gekozen. En haar cultuur, haar zus en haar Heer nemen dat haar niet af.

zondag 15 oktober 2006

Wanneer heb je voor het laatst een oog uitgerukt?

"Het staat er toch?" wordt wel eens gezegd. Er wordt dan verwezen naar een bepaald bijbelvers, waarin een bepaald voorschrift staat; een zogenaamde bewijstekst. De veronderstelling is dan dat dit voorschrift letterlijk toegepast moet worden.

Toch zijn er altijd wel andere teksten aan te wijzen, die niet zo letterlijk toegepast worden. Over het algemeen hebben mensen die zulke uitspraken doen hun beide ogen nog:
Brengt je oog je op de verkeerde weg, ruk het dan uit en werp het weg (Matteüs 18:9)
We snappen allemaal wel, dat Jezus hier een vorm van overdrijving gebruikt om een punt te maken.
We groeten elkaar niet met de heilige kus (2 Korintiërs 13:12.)
We laten ons niet dopen voor de doden (1 Korintiërs 15:29.)
We verwachten niet dat alle mannen met de handen omhoog bidden (1 Timoteüs 2:8.)
We schrijven niet voor dat vrouwen met bedekt hoofd bidden (1 Korintiërs 11:5.)

Het staat er toch? Ja, het staat er. Maar waarom staat het er. Wat was de bedoeling in die tijd voor de lezers? En welke principes kunnen we eruit halen? En wat betekenen deze principes dan in onze situatie en in onze tijd?
En ook niet onbelangrijk: worden er in de Bijbel nog andere dingen over dit onderwerp gezegd?

Met "het staat er toch" komen we niet ver. De grote lijnen van de bijbelse boodschap zijn vrij duidelijk. De moeilijke verzen zullen we moeten beoordelen in het licht van de duidelijkere teksten.

Er zijn enkele teksten in de Bijbel die lijken te zeggen dat vrouwen in de gemeente moeten zwijgen of onderdanig moeten zijn. Ik geloof niet dat deze bewijsteksten voldoende aanleiding geven voor een taakverdeling op grond van geslacht.

Zie:
Zwijgende vrouwen (1)
Zwijgende vrouwen (2)
Zwijgende vrouwen (3)
Prekende vrouwen

Authentein
Nu even niet!
Een vrouw in enkelvoud

vrijdag 6 oktober 2006

Echte mannen spelen voetbal

Er bestaan in onze samenleving hardnekkige ideeën over mannelijkheid. Klassiek is natuurlijk de gedachte dat een man niet mag huilen. Maar ook de gedachte dat ballet typisch iets voor vrouwen is (eigenlijk alleen voor kleine meisjes) viert hoogtij. Een man die aan ballet doet zal wel een homo zijn...
Zo nu en dan is de christelijke wereld ook besmet met dergelijke denkbeelden; vaak overgoten met een geestelijk sausje. In het Nederlands Dagblad van 4 oktober stond een interview met de Zuid-Afrikaan dr. P.H. Botha over homosexualiteit.

In het interview gaat Botha in op de oorzaken van homosexualiteit. Hij geeft aan dat de Bijbel homosexualiteit een zonde noemt. Homosexualiteit is niet het onderwerp van dit weblog, maar in het interview komt wel een opmerking voor, die naar mijn idee betrekking heeft op een verondersteld idee van mannelijkheid.
Is homoseksualiteit daarmee een keuze?
Ja, maar die keuze wordt wel beïnvloed door een bepaalde biologische aanleg. Je hebt robuuste jongens die graag voetballen. Je hebt ook zachte types met belangstelling voor kunst of mode.
Als ik het goed begrepen heb, wordt voetballen hier in verband gebracht met (heterofiele) mannelijkheid en kunst en mode met (homosexuele) vrouwelijkheid.
Wat heeft belangstelling voor kunst te maken met aanleg voor homosexualiteit? Wie het weet mag het zeggen...
Belangstelling voor kunst, mode en voetballen heeft gewoon te maken met persoonlijke interesse. Persoonlijk heb ik bijvoorbeeld helemaal niets met voetbal. En ik kom vaak genoeg mannen tegen die er net zo over denken; daarmee kunnen we het idee dat voetbal iets met mannelijkheid te maken heeft definitief naar het rijk der fabelen verwijzen.

Je zou net zo goed kunnen zeggen dat voetballende vrouwen een lesbische aanleg hebben. Laten we ophouden onze culturele (en dus tijd- en plaatsgebonden) ideeën over mannelijkheid en vrouwelijkheid om te zetten in geestelijke wetmatigheden.