dinsdag 7 maart 2006

Hoofdbedekking? Geen haar op m'n hoofd die eraan denkt!

Met deze post wil ik de serie over 1 Korintiërs 11:2-16 afsluiten. Het is en blijft een verwarrend gedeelte. In ieder geval is duidelijk dat Paulus het heeft over gebruiken van die tijd en die omgeving.

Een belangrijke tekst is vers 10:

Daarom, en omwille van de engelen, moet een vrouw zeggenschap over haar hoofd hebben.
Hier wordt een belangrijk principe neergezet; in principe hoeft een vrouw zich niets te laten voorschrijven. Ze is baas op eigen hoofd!

We komen ook een stuk verder als we kijken naar het einde van dit gedeelte, waar Paulus tot bepaalde conclusies lijkt te komen.

In vers 15b zegt Paulus iets in de trend van: Want het haar is gegeven als vervanging van een hoofdbedekking.
De redenatie lijkt te zijn dat wij ons geen hoofdbedekkingen hoeven laten voorschrijven, want we hebben tenslotte haar op ons hoofd. Deze conclusie past heel goed bij het voorgaande, als we deze verzen vertalen op de manier die William Welty voorstelt.

Vers 16 zou als volgt weergegeven kunnen worden: Als iemand hier een twistpunt van wil maken, wij hebben zo'n gewoonte niet en de gemeenten van God ook niet.

Waar hebben we het nu eigenlijk over? Gaat het Koninkrijk van God over sluiers, haarlengtes, rokken en broeken? Waar zijn we nu mee bezig? Wij gaan daar geen twistpunt van maken!
De gewoonte die Paulus afwijst zou kunnen zijn:
  1. een gewoonte om gelijk te willen hebben;
  2. een gewoonte voor vrouwen om het hoofd te bedekken.

De eindconclusie zou kunnen zijn dat het hier niet om wezenlijke geloofszaken gaat. Paulus snijdt een plaatselijk punt aan, waar bepaalde mensen blijkbaar een probleem van maakten. Helaas zijn de details van deze zaak verloren gegaan en is dit tekstgedeelte in de kerkgeschiedenis een eigen leven gaan leiden...

-:-)

hoedje op? geen haar op m'n hoofd die eraan denkt...

Geen opmerkingen: