donderdag 16 maart 2006

Een helper die bij hem past

Gisteren schreef ik al over Genesis 2:18-25. Vandaag ga ik hier mee verder en wil ik ingaan op de zinsnede een helper [...] die bij hem past.

In het Hebreeuws gaat het hier om twee woorden: ezer kenegdo.
Deze woordcombinatie komt twee maal in dit gedeelte voor. In vers 18 belooft God een ezer kenegdo te maken en in vers 20 komt de mens tot de conclusie dat de dieren deze ezer kenegdo niet zijn. Uit het vervolg maken we op dat het hierbij om de vrouw gaat.

Nu hebben wij misschien snel de neiging om te denken: dat is handig zo'n hulpje. De vrouw als hulp in de huishouding. (Wellicht is dit een typisch mannelijke gedachte...)

Als we in het Oude Testament op zoek gaan naar het woord ezer (hulp,) dan vinden we dat ongeveer 20 keer. Het heeft de betekenis van sterke helper en vaak verwijst het naar God zelf als sterke helper van Israël. (Zie bijvoorbeeld Deutronomium 33:26.)

Het woord kenegdo komt alleen hier in het Oude Testament voor. Het betekent letterlijk zoiets als 'overeenkomen met hem' of 'tegenover hem'. In feite zorgt de toevoeging van kenegdo ervoor dat we ezer niet interpreteren als superieur (zoals God helper is,) maar als gelijke.
De vrouw is dus een sterke hulp die (als gelijke) bij de man past.

Opnieuw blijkt dus weer uit het (tweede) scheppingsverslag, dat man en vrouw aan elkaar gelijk zijn. Er is nergens sprake van enige vorm van hiërarchie.

Geen opmerkingen: