zaterdag 21 oktober 2006

Marta en Maria (Lucas 10:38-42)

Toen ze verder trokken ging hij een dorp in, waar hij gastvrij werd ontvangen door een vrouw die Marta heette. Haar zuster, Maria, ging aan de voeten van de Heer zitten en luisterde naar zijn woorden. Maar Marta werd helemaal in beslag genomen door de zorg voor haar gasten. Ze ging naar Jezus toe en zei: ‘Heer, kan het u niet schelen dat mijn zuster mij al het werk alleen laat doen? Zeg tegen haar dat ze mij moet helpen.’ De Heer zei tegen haar: ‘Marta, Marta, je bent zo bezorgd en je maakt je veel te druk. Er is maar één ding noodzakelijk. Maria heeft het beste deel gekozen, en dat zal haar niet worden ontnomen.’ (Lucas 10:38-42 NBV)
Maria zat aan de voeten van rabbi Jezus. In Handelingen 22:3 komen we deze uitdrukking ook tegen. Paulus zeg hier:
Ik heb als leerling aan de voeten van Gamaliël gezeten.
Paulus vertelt hier over zijn opleiding onder de bekende rabbi Gamaliël. De Studiebijbel zegt hierover:
Tijdens het onderricht dat dikwijls in de zuilengangen van de tempel plaatsvond, zaten de leerlingen ‘aan de voeten’ van hun leermeesters op de grond. Alleen de ‘rabbi’ was op een stoel gezeten. Op deze manier werd ook het respect voor de leermeester tot uitdrukking gebracht.
In feite lezen we hier dus dat Maria een leerling was van Jezus. Wij zouden zeggen dat Maria theologiestudent was.
En daar zit 'm de pijn van Marta's opmerking! In de cultuur van die tijd was het not done dat een vrouw tussen de mannen ging zitten als theologiestudent. De plaats van de vrouw was in het huishouden. Ziet de Heer dat dan niet?

Nee, de Heer ziet dat heel anders. Dat denken over de plaats van de man (aan Jezus' voeten) en de plaats van de vrouw (aan het aanrecht) vinden we bij Hem niet terug. Maria heeft het beste deel gekozen. En haar cultuur, haar zus en haar Heer nemen dat haar niet af.

Geen opmerkingen: