zaterdag 30 juni 2007

Geestelijke volwasseneheid

In het Nieuwe Testament worden we regelmatig gestimuleerd tot geloofsgroei en geestelijke volwassenheid.
Hierover valt nog veel te zeggen, maar het is moeilijk aan u uit te leggen, omdat u traag van begrip bent geworden. Werkelijk, u had toch inmiddels allemaal leraar moeten zijn! In plaats daarvan hebt u er zelf een nodig om u opnieuw de grondslagen van het woord van God bij te brengen; het is met u zo ver gekomen dat u weer aangewezen bent op melk in plaats van op vast voedsel. Wie melk drinkt is nog een klein kind en heeft geen weet van de draagwijdte van de verkondigde gerechtigheid. Vast voedsel is voor volwassenen; hun zintuigen zijn door ervaring geoefend en zij zijn in staat onderscheid te maken tussen goed en kwaad. (Hebreeën 11:11-14 NBV)
Volwassenheid houdt in dat we verantwoordelijkheid kunnen dragen. We moeten in staat zijn onderscheid te maken tussen goed en kwaad. We moeten verstandige beslissingen kunnen nemen. Opvallend is zelfs dat de Hebreeeënschrijver hier schrijft dat ze inmiddels allemaal leraar hadden moeten zijn.
Nog nooit heb ik iemand horen beweren dat geestelijke volwassenheid alleen voor mannen is. Het geven van onderricht behoort volgens bovenstaand gedeelte bij geestelijke volwassenheid. De gedachte dat vrouwen onder mannelijk gezag (verantwoordelijkheid) moeten staan of niet mogen onderwijzen is dus bijbels gezien een vreemd standpunt.
Broeders en zusters, wees in uw denken niet als kinderen. Wees kinderen in het kwaad, maar wees in uw denken volwassen. (1 Korintiërs 14:20)
Ook hier wordt iedereen opgeroepen tot volwassenheid. Opvallend is dat deze tekst in hetzelfde gedeelte staat als één van de bekende 'zwijgteksten' (1 Korintiërs 14:34-35).

Het verbod voor vrouwen om te (s)preken, het verbod voor vrouwen om leiding te geven en het geestelijk leiderschap van de man in het gezin is allemaal in tegenspraak met de geestelijke volwassenheid waar de Bijbel ons allemaal (dus ook vrouwen) toe oproept!

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Ik denk niet zo zeer dat vrouwen in die tekst wordt gezegd dat ze niet mogen (s)preken, maar dat ze tijdens de dienst eens hun kakel moeten houden.

Vrouwen zijn vrouwen, en als die iets goed kunnen, is het wel kletsen. Dat zijn ze nu, dat waren ze toen ook al. En dat is niet erg, dat is juist gezellig. Maar dat kan wel de orde van dienst behoorlijk storen.

De meeste mannen zijn niet zulke praters. Dus die hoef je niet te vragen stil te zijn. Maar waren mannen net zulke kletskousen als de dames, dan had dat er denk ik net zo goed gestaan.

Ik denk dat de tekst niet buitensluit ("vrouw, je mag niet...") maar juist binnensluit, doordat het geen theekransje wordt.

Ruud Vermeij zei

Eén van de mogelijke verklaringen van dit gedeelte is inderdaad dat de vrouwen in de gemeente te Korinte moeten zwijgen in verband met ordeproblemen. Zie: Zwijgende vrouwen.

Ik ben trouwens niet van mening dat alle vrouwen goed kunnen kletsen. Er zitten ook heel wat stille wateren tussen. En sommige mannen kunnen ook behoorlijke kletskousen zijn...