woensdag 3 januari 2007

Prekende vrouwen, een reactie

In een reactie op Prekende vrouwen schrijft iemand:
Graag wil ik even reageren op de volgende zin:
"Houdt Paulus echt een hele verhandeling over het bedekken van het hoofd tijdens het spreken, om aan het eind te zeggen dat vrouwen eigenlijk helemaal niet mogen spreken?"

Volgens mij staat er nergens dat het om het bidden en spreken in de gemeente gaat. Ik denk dat het om het bidden en spreken in het algemeen gaat; thuis dus. Dit zegt dus helemaal niet dat de vrouw mag spreken in de gemeente.
Naar mijn mening gaat het in deze perikoop (1 Korintiërs 11:2-16) wel degelijk over bidden en spreken in de gemeente.
  1. In de eerste eeuw kwam de gemeente samen in huizen. We hebben het dan dus over een thuissituatie, waarbij medegelovigen aanwezig zijn. Het onderscheid tussen in de gemeente profeteren of thuis profeteren is dus kunstmatig, het is een verschijnsel van onze culturele setting.
  2. In hoofdstuk 14 staat profeteren duidelijk in de context van de samenkomst (zie b.v. vers 14.) Het is onwaarschijnlijk dat Paulus in dit gedeelte aan een privé-situatie denkt, profetie is immers tot mensen gericht (zie 1 Korintiërs 14:3.)
  3. De context die op deze perikoop volgt gaat overduidelijk over de samenkomst. Gezien in deze context hoort deze perikoop bij dit gedeelte (hoofdstuk 11 t/m 14.)
  4. Het laatste vers (16) gaat over gebruiken in de gemeente, niet over gebruiken thuis of in de maatschappij.
  5. Bijbelvertalingen en commentaren gaan ervan uit dat het hier om voorschriften voor de gemeente gaat.
    De Willibrordvertaling (herziene editie 1995) geeft als preicooptitel: Man en vrouw in de eredienst.
    Het Boek zet erboven: Regels tijdens de bijeenkomsten.
    De Studiebijbel schrijft in de inleiding op 1 Korintiërs (Deel 7B, blz. 5): De apostel richt zich vervolgens op zaken betreffende de eredienst [...] (11:2-14:40).

Geen opmerkingen: