vrijdag 11 augustus 2006

De tien geboden

De tien geboden kunnen beschouwd worden als de kernregels voor de samenleving. In de eerste plaats natuurlijk voor het volk Israël, maar feitelijk zijn de achterliggende principes universeel geldig voor alle tijden. We vinden deze geboden terug in Exodus 20:1-17 en in Deuteronomium 5:6-21.

Een gebod dat iets zegt over vrouwen die mannen moeten gehoorzamen, of over mannen die aan vrouwen leiding moeten geven vinden we in deze leefregels niet terug. Het is opvallend dat Deuteronomium 22 het geheel afsluit met:
De HEER heeft deze woorden – deze, en niet meer – tot u gesproken toen u daar bijeen was. (Deuteronomium 5:22a NBV)
Er is wel een ander gebod over gezag opgenomen.
Toon eerbied voor uw vader en uw moeder. (Exodus 20:12 NBV)
De Studiebijbel Oude Testament zegt hierover:
Het is opmerkelijk dat vader en moeder op één lijn worden gesteld in een samenleving die in hoge mate patriarchaal is. In Lev. 19:3 wordt de moeder zelfs als eerste genoemd. (SBOT 1, blz.747 voetnoot 26)
In het vervolg van Deuteronomium zijn de wetten min of meer gerangschikt in de volgorde van de tien geboden. De uitwerking van het vijfde gebod gaat niet alleen over het gezag van de ouders, maar ook over andere gezagsdragers. Er is echter op geen enkele wijze sprake van een gezagsrelatie tussen de man en de vrouw. Integendeel. Man en vrouw zijn hier elkaars gelijke.

In het tiende gebod vinden we wel sporen van de patriarchale maatschappij (de vrouw wordt opgesomt bij de bezittingen.) Dit komt omdat het gebod in termen van de toenmalige cultuur omschreven is. Het principe van dit gebod gaat echter over begeerte! Als we op grond van deze patriarchale sporen mannelijk leiderschap tot wet gaan verheffen, dan moeten we (op grond van ditzelfde vers) slavernij ook zien als een goddelijke inzetting. Dat is natuurlijk onzin.

Het egalitarisme heeft op grond van de tien geboden dus sterke papieren (eigenlijk sterke stenen...)

Geen opmerkingen: