vrijdag 17 november 2006

Vrome vrouwen naar de hel?

Op Women in Ministry schrijft Cheryl een bericht Godly women need to repent?

Enkele citaten:
Het afgelopen weekend sprak ik met een voorganger van een kerkgenootschap waar men gelooft dat vrouwen geen bijbelonderwijs aan mannen mogen geven. Ik stelde hem een aantal vragen over zijn zienswijze. Ik keek op van zijn antwoorden.
  1. Ik vroeg hem of er een wet was die het godvrezende vrouwen verbood om ware bijbelse leer te onderwijzen aan mannen.
    Ja, was zijn antwoord.
  2. Ik vroeg hem of ongehoorzaamheid aan deze "wet" een zonde tegen God was.
    Ja, was zijn antwoord.
  3. Ik vroeg hem of, wanneer ik mannen de Bijbel onderwees en vervolgens geen berouw toonde van deze zonde voor mijn dood, ik dan naar de hel zou gaan.
    Hij zei ja.
Laat dit eens tot je doordringen. Ik ga naar de hel omdat ik bijbelse waarheden verkondig. Niet omdat ik immoreel ben of omdat ik God haat.
Dit heeft alles te maken met het gebruiken van de mij door God gegeven gaven. Deze traditie beweert dat ik naar de hel ga, omdat ik weiger om de mannen mijn bijbelstudies uit te schoppen.
Dit is een zeer merkwaardige visie. Als mannen bijbelstudie geven (waardoor mensen groeien in liefde, heiligheid en dichter bij God komen) dan is dat een goede zaak. Als vrouwen dit doen (met exact hetzelfde resultaat) dan is het zonde.
Ook als je dit in minder extreme termen uitdrukt (en met minder rigoreuze gevolgen) dan nog zie ik er de logica niet van in...

zondag 12 november 2006

Gelijk maar verschillend (2)

Vervolg op: Gelijk maar verschillend (1)

Vroeger waren de zaken duidelijk. Mannen waren superieur en vrouwen waren inferieur. Daarom was de man het hoofd van het gezin en konden alleen mannen leidinggevende functies bekleden.

In ongeveer het midden van de negentiende eeuw kwam er toch wat onduidelijkheid. De traditionele methode van bijbeluitleg werd, in het licht van nieuwe inzichten omtrent slavernij, betwijfeld. De kwestie van de ongelijkheid van vrijen en slaven werd ook toegepast op mannen en vrouwen. Eén van de kenmerken van de evangelische beweging eind negentiende, begin twintigste eeuw was de ondersteuning van kiesrecht en gelijkheid voor vrouwen.

Toch werd tot ver in de twintigste eeuw nog vaak volgehouden dat vrouwen gewoon onderdoen voor mannen (inferioriteit). Er werd bijvoorbeeld gedacht dat vrouwen gemakkelijker misleid werden dan mannen. Na de zeventiger jaren waren dergelijke ideeën onhoudbaar.

Nu komt de leer van gelijkheid in wezen, maar verschillend in rol ten tonele. Hiermee proberen de complementaristen recht te doen aan de moeilijke verzen, die een bepaalde rangorde tussen man en vrouw lijken te leren.

De complementaristen mogen dan zeggen dat het egalisme een nieuwe leer is. Dat klopt. Deze uitleg is pas anderhalve eeuw gangbaar. Het complementarisme is echter nog veel nieuwer! Het 'gelijk in wezen maar ongelijk in rol' is nog geen dertig jaar oud.

vrijdag 10 november 2006

Gelijk maar verschillend (1)

In dit bericht begin ik met de redenatie van complementaristen dat man en vrouw gelijk zijn, maar verschillend. Gelijk in wezen, maar ongelijk in rol (equal in being but unequal in role.)

Als ik het complementaire gedachtengoed goed begrepen heb, dan mag de vrouw bepaalde taken in de gemeente niet vervullen. Anderen leren dat een vrouw (in een aantal situaties of altijd) onder leiding van een man moet staan. (Haar echtgenoot, haar vader, de oudsten van de gemeente.) Er zit wat variatie in de theorie, maar het komt erop neer dat de vrouw ondergeschikt is aan de man. Toch is zij (ontologisch) gelijk aan de man.

Nu is het zo dat er niets is, dat iets aan deze ondergeschiktheid kan veranderen.
  • studie niet
  • leeftijd niet
  • promotie niet
  • capaciteiten en gaven niet
  • groei naar volwassenheid niet
  • zelfs geestelijke verlossing niet
De ondergeschiktheid van de vrouw wordt puur en alleen bepaald door de vrouwelijkheid van de vrouw. Door niets anders.

Daarom is er volgens deze redenatie iets intrinsieks aan de vrouw dat haar inferieur maakt aan de man; (ontologisch inferieur dus.) Het credo gelijk maar verschillend is een drogredenering.

Alle mensen zijn gelijk, maar mannen zijn iets meer gelijk dan vrouwen?

dinsdag 7 november 2006

De hermeneutiek van de verlossende tendens

De idee achter de hermeneutiek van de verlossende tendens (Engels: redemptive-movement hermeneutic) is het volgende:
Ten grondslag aan een bepaald bijbelgedeelte ligt een ultiem etisch principe. De Bijbel is echter geschreven in een bepaalde culturele context. Het bijbelgedeelte past het ultieme principe toe, passend binnen die cultuur, maar ook hervormend. Er wordt een beweging gemaakt in de richting van de ultieme ethiek. Een verlossende tendens die zich in zekere mate afzet tegen de culturele context.

Het X-Y-Z principe (Discovering Biblical Equality, blz. 383)

Deze ontwikkeling in de Bijbel herkennen we als een voortgaande weg, een steeds meer verlossende tendens in de toepassing van de ultieme ethiek.

Een goede toepassing van deze hermeneutiek zien we bij slavernij. Het Oude Testament kende voorschriften voor het houden van slaven, die zich positief onderscheidden van hoe de omliggende culturen met slaven omgingen. Het Nieuwe Testament maakt slaven tot mensen van gelijke status:
niet meer als een slaaf, maar als veel meer dan dat, als een geliefde broeder (Filemon :16 NBV)
In het verdere verloop van de geschiedenis hebben naastenliefde en de idee van gelijkwaardigheid van alle naar Gods beeld geschapen mensen ertoe geleid om slavernij volledig af te schaffen.

In de Bijbel kunnen we ook een verlossende tendens voor vrouwen herkennen. Van 'bezit van de man' naar gelijk met de man, aanvullend, zonder hierarchie.'

vrijdag 3 november 2006

Het enige recht van de vrouw is het aanrecht...

Ook oudere vrouwen moeten zich ingetogen gedragen, ze mogen niet kwaadspreken of verslaafd zijn aan wijn. Ze moeten goede raad weten te geven, en de jonge vrouwen voorhouden dat ze hun man en kinderen moeten liefhebben, dat ze ingetogen, kuis, zorgzaam in het huishouden en vriendelijk moeten zijn, en dat ze het gezag van hun man moeten erkennen. Dan wordt het woord van God in ere gehouden. (Titus 2:3-5 NBV)
In dit gedeelte zien we de huishoudcodes terugkomen. In het Griekse denken was de paterfamilias degene die zijn huishouden moest besturen. Hij had absolute autoriteit over zijn vrouw, zijn slaven en zijn kinderen. Dit is de maatschappelijke achtergrond van de bijbelgedeelten die ingaan op de huishoudcodes (Efeziërs 5:21-6:9; Kolossenzen 3:18-4:1; 1 Petrus 2:18-3:7 en Titus 2:3-4.)

De paterfamilias is degene met de macht in deze maatschappelijke structuur. Maar in deze bijbelgedeelten wordt hij juist opgeroepen het belang van de anderen te zoeken.
De bijbelse principes van liefde en wederzijdse onderdanigheid, maakten de Grieks-Romeinse familiestructuur in feite betekenisloos. Maar het rigoreus omverwerpen van de sociale structuren zou een smet op het evangelie geworpen hebben. Het zou de kerk in opspraak gebracht hebben. Als reden voor de voorschriften die Paulus geeft in Titus 2 geeft hij dan ook:
opdat het woord Gods niet gelasterd worde. (Titus 2:5 NBG)
Hoe kunnen wij dit principe het best toepassen in onze tijd? Door de Grieks-Romeinse ideeën over de familiehiërarchie nieuw leven in te blazen? Het enige recht van de vrouw is het aanrecht? Dat zou in onze geëmancipeerde tijd het evangelie juist in diskrediet brengen! En Paulus maakt ons hier juist duidelijk dat we dat moeten zien te voorkomen!

De uitwerking van een bijbels principe kan in een andere context dus tot een tegenovergestelde praktische toepassing leiden.

Wat zou je met je leven gedaan hebben... ?

Scot McKnight stelt in een bericht op Jesus Creed de volgende vraag:
Geloof je werkelijk dat mannen en vrouwen gelijkwaardig zijn? Heb je de neiging om vrouwen als inferieur te zien? Of doen of zeggen we dingen die maken dat vrouwen zich minderwaardig voelen?
In een commentaar op hierop schrijft Molly:
"Wat zou je met je leven gedaan hebben als je een man was geweest?"

Ik had me die vraag nog nooit gesteld, maar nu drong die zich krachtig op... Ik wist het antwoord zonder erover na te denken, en dat verbaasde me nog meer. "Ik zou een theologische opleiding gedaan hebben, en ik zou nu ergens aan het preken zijn, aan het onderwijzen, mijn toekomstvisie doorgeven."

Maar omdat ik geen man ben is die gedachte nooit in me opgekomen, nog nooit, niet éénmaal. Tot op dat moment dat de Geest me deze vraag influisterde. En ik liet me op de vloer vallen en liet mijn tranen de vrije loop.

Ik voelde dat deze vraag rechtstreeks mijn hart aansprak - en me in zekere zin vroeg: "Waarom zou je, alleen maar omdat je geen man bent, Mijn roeping ontkennen?"

[...]

Ik dacht dat dat verlangen in mij zonde was, rebellie, iets om de kop in te drukken en er nooit meer aan te denken, het nooit te erkennen... Nu blijkt dat het niet slecht was, maar dat God het daar geplaatst had, met een bepaalde bedoeling. Maar met mijn patriarchale bril op had ik die bijna gemist.